dinsdag 19 juni 2012

The Tree of Life

Meevaller. Ik had er eigenlijk geen fiducie in na de recensies, ben op Days of Heaven na geen groot Malick-fanboy, maar dit is toch wel een mooie, aparte filmervaring. Ik vreesde dat Malick aan het einde hopeloos uit de bocht zou vliegen - doet ie ook! - maar wie de laatste vijf minuten wegdenkt ziet een protserige maar behapbare film. (Typisch dat Sean Penn na die sci-fi flop van Vinterberg alweer in een volkomen overbodige en vergelijkbare cameo opduikt.) The Tree of Life begint als een soort Koyaanisqatsi meets Fatboy-video, vol Hubble-achtige space-beelden en zeebeestjes. Net als het wachten op lineair verhaal lijkt te kunnen worden opgegeven, begint dat alsnog. En ik vind het geslaagd, hoe de poëzie als het ware langzaam concreter wordt. Malick dénkt waarschijnlijk iets te zeggen over God en rouwverwerking, maar daarin raakt ie me niet. (En als we gaan vergelijken; zo bezien gaat Melancholia méér over depressie, en die film is menselijker.) Maar als Malick zijn tijd niet aan new age-shit besteedt, en zijn blik op papa Brad Pitt en zijn drie zoontjes vind ik de film heel aangenaam worden. Vol zinnelijke verwondering, the hissing of summer lawns, het bewonderen van je moeder. Geen zonnnestraal laat Malick ongefilmd, veel zwierende camera's die flarden van dialogen vangen. (En vooral veel voice-over, dat spreekt vanzelf.) Brad Pitt heeft wat last van zijn eeuwige mooie jongensgezicht (het gaat beter als hij een strenge fifties-bril opzet) maar het proces van een gefrustreerde (maar niet in- en in gemene vader) die langzaam zijn gezin tegen zich in het harnas jaagt komt er toch mooi uit. 'I am as bad as you' concludeert het Theo Bos-achtige hoofdrolspelertje in wat het einde had moeten zijn. Opvallend is tot slot nog de muziek, voor iemand met zulke 'diepe' gedachten heeft Malick een uiterst banale Classic fm-smaak. Ik verwachtte elk moment een stukje The Planets. Met name de overdreven Latijn articulerende koren zijn veel te overdadig sentimenteel, juist doordat daar ook weer een fiks orkest 'onder' zit. Wat fragielers van de Vlaamse polyfonisten had geen kwaad gekund. Couperin's Les Barricades Mysterieuses op piano door Angela Hewitt is wél een ontdekking. Een soort Gould-Bach meets jazz en Franse draaimolens.

Geen opmerkingen: