Tien jaar voordat
hij het fenomenale Keane maakte, behandelde Kerrigan dezelfde thematiek in zijn debuut Clean, Shaven. Een veel fysiekere versie van het
''gekke man zoekt dochter'-verhaal. Niet alleen omdat de dochter hier
met zekerheid bestaat. Het hoofd-personage is hier veel gevaarlijker,
zéker voor zichzelf, mogelijk ook voor anderen. Zijn tics zijn niet
langer enkel neurotisch, ze zijn horror-bloederig. Expres jezelf snijden
met scheren bijvoorbeeld. Peter Greene heeft overrompelende ogen, die
door je heen staren. De beginscènes waarin hij (net uit de
psychiatrische inrichting) terug bij zijn moeder intrekt zijn
verschrikkelijk goed. 'Nog zo'n zomer kan ik echt niet aan', sipt ma.
'Je moet echt naar buiten'. En dat doet ie. We blijven niet de hele tijd
bij hem, de film volgt ook een detective, die naar de man op zoek is.
Als een soort Sans Toit Ni Loi 'interviewt' de agent mensen die met de
schizofrene man in aanraking zijn gekomen. Soms krijg je dan
fascinerende overgangen, en beginnen de twee mannen in een zeer
toepasselijke verwarring op elkaar te lijken. (Wie van de twee is nou
het gevaarlijkst!?) Toch kun je ook duidelijk merken dat dit een
volkomen no-budget debuut is, waarvan de jarenlange opnamen steeds
onderbroken moesten worden door geldgebrek. De rommeligheid neemt na het
gefocuste begin toe, en de spanning loopt in de laatste fase eerder
terug dan op. Maar het laatste shot is dan weer wel fantastisch, en in
de mengeling van boot, kinderspel en waanzin erg Salinger.
zaterdag 30 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten