dinsdag 12 juni 2012
The Way Back
Peter
Weir is best in staat een leuke genrefilm met sterren te maken (zie
Master and Commander) maar ditmaal is ie gemakzuchtig. En dan te bedenken
dat hij in Gallipoli wel raad wist met uitzichtloos woestijn-gewandel.
Daar is het echter een bevreemdend intermezzo in een oorlogsfilm, hier
doen we er in zekere zin de volle twee uur over. Een groepje gevangenen
ontsnapt uit een Sovjetkamp, de bewaking stelt niet veel voor, maar
zoals de kampleider al meldt: Siberië an sich is tig miljoen vierkante
kilometers gevangenis. Het groepje communistische “staatsvijanden” en
criminelen communiceert in het Engels, de film probeert daar zelfs nog
verklaringen voor te geven, door onder meer de wijze leider van het
groepje een halve Amerikaans-Finse remigrant te laten zijn. Tja. Dat is
Ed Harris, die er gepast breekbaar uitziet. Een ander opvallend
personage is Colin Farrell met Lenin en Stalin-tattoos, als Russisch
straatratje. Doet ie leuk. Maar met die twee rollen heb je inhoudelijk
al het interessante wel gehad; de rest van het groepje valt nauwelijks
uit elkaar te houden, en de belevenissen worden nergens zo intens als
Gallo's vergelijkbare helletocht in Essential Killing. Blijven enkel de
fraaie soms Lord of the Rings-achtige plaatjes over. Siberische
naaldbossen en rivieren, Mongolische zandvlakten en uiteindelijk Lhasa.
Labels:
films uit de jaren '10,
Peter Weir
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten