zaterdag 23 juni 2012
Margin Call
Na
Unter Dir die Stadt weer een uitstekende film over de economische
crisis. Deze is veel concreter. Met de haantjes op de economische
apenrots. Het eerste kwartier is fantastisch, perfect gechoreografeerd,
het ballet der ontslagenen. In die paar minuten zegt de film al meer
dan Up In The Air een hele film lang. (En hier zijn de Anne
Kendrick-achtige dames die je komen ontslaan slechts een zijlijntje en
voorteken.) Het groepje (inclusief security) komt een afdeling van een
trading kantoor binnenwandelen. De jonge werknemers zijn bloednerveus,
het afdelingshoofd kauwt kauwgom en doet stoer, en nog een baasje hoger?
Die is de klos. Een rol van Stanley Tucci, een soort Peter Bosz, de
vleesgeworden frustratie, uiteindelijk afgereageerd op een mobieltje.
(En op Demi Moore...) Nadat de werknemers geloosd zijn gaat de coole
'seen it all'-figuur Paul Bettany - wiens aanwezigheid vaak een goed teken is - de grote man seinen. Enter Kevin Spacey, in zo'n typisch
Wall Street-bretels pak. Zijn eerste 'you're all survivors en nu
allemaal een applausje voor jezelf'-speech is zó perfect voor het
sfeertje. En bedenk, dit is allemaal nog maar in het begin. Want al snel
blijken er nog veel hogere piefen dam Spacey en nog veel grotere
problemen. En dan wordt de situatie echt penibel. ' Mama there's wolves
in the house' zingt Phoshorescent op de soundtrack. Omineuze helikopters
landen op het dak van de wolkenkrabbers, midden in de nacht, en bij elk
stapje hoger in de hiërarchie worden de acties rücksichtsloser. Vooral
Simon Baker is doodeng als ijdele snelle jongen met blauwe stropdas. De Geert Wilders van het filmjaar. (En hij is nog áltijd niet de CEO.) Margin Call blijft intussen wel evenwichtig, weinig sentimenten, een visueel fraai verbeelde registratie van de dag dat de bubble klapte.
En aan het eind zit je met neomarxistische gedachten; want die
bankmannetjes doen graag alsof wij allemaal schuldig zijn, boven onze
stand hebben geleefd, en het dat lijkt een redelijk terecht punt. Maar
degene die een leugen verkoopt lijkt me toch echt schuldiger dan degenen
die er onwetend maar hebberig in zijn gaan geloven.
Labels:
films uit de jaren '10,
J.C. Chandor
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten