zondag 19 juni 2016
Beasts of No Nation
'Ik wilde zeggen: ik ben óók moe, maar ik was zo moe dat de woorden niet
uit mijn mond kwamen.' Het Warchild-verhaal. Niet zo heel vaak de hoofdmoot van
een film, tegelijkertijd voelt het toch bekend. De horror van de
kindsoldaat. De 'failed states' in Afrika. Misschien kwam het doordat ik
in 2015 Congo van Van Reybrouck las, waarin ook een paar beklemmende
passages uit het 'genre' zitten. (De schrijver bezoekt een hoge pief,
die een stukje Congo controleert.) En anders heb je nog Wat is de Wat
van Dave Eggers. Netflix-productie Beasts of No Nation is helaas niet
vrij van wat Hollywood-sentimenten. Zo bevat de film een permanent
zwijgend jongetje dat van een Disney-set komt... De gruwelen worden
soepel gesmeerd door walmende hipster ambient. Vaak is het beter gewoon
het ritselen van het gras te horen. Toch is Beasts of No Nation op
momenten zeker aangrijpend. Het gevoel dat je leven – als je op de
verkeerde plek bent geboren – elk moment totaal kan veranderen. Daar
zijn de rebellen, daar gaat je vader. Hoofdpersoon Agu belandt zo haast
vanzelf in een legertje van kindsoldaten. De film maakt de
kameraadschappelijke aantrekkingskracht van de Lost Boys begrijpelijk.
Beter een vangnet geknoopt met drugs en gekte, dan helemaal geen
vangnet. Met een heuse Dub Warrior als commandant. Later wordt het rap
minder leuk, zacht uitgedrukt...
Labels:
Cary Joji Fukunaga,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten