donderdag 2 juni 2016
Turist
Moeder piest jankend in de sneeuw, terwijl haar gezin een paar bochten
lager nietsvermoedend passeert. Een pijnlijk beeld, en één uit velen.
Briljante pestkop Ostlund is in Turist beter dan ooit op dreef. Elke
Haneke-achtige stilte schroeit. Elke grap is een klap. Het begint al bij
de fabuleuze setting. Het akelig smetteloos witte ski-oord. Een hotel
zo mooi afgewerkt dat het pijn doet. 'Wij' in het Westen zijn gewoon
geen imperfecties meer gewend. We worden allemaal een soort OCD'ers.
'Dat is een gecontroleerde lawine, ze weten wat ze doen'. De natuur is
niet voor niets de (vanzelfsprekend ge-selfie-filmde!) trigger van de
crisis. Als er wél iets misloopt tonen mensen niet alleen hun ware aard,
iedereen is ook verschrikkelijk teleurgesteld. In de ander. Zonder
relativering. Turist lijkt me een heerlijke film om als 12 ½ jaar
getrouwd stel in de bios te gaan bekijken. Ik durf te wedden dat de man
'de man' gaat verdedigen. En de vrouw 'de vrouw'. Van Ostlund krijgt de
man de meeste tikjes, onder meer in de meest hilarische en hysterische
huilbui van het filmjaar. De vrouw is – zoals dat gaat –
gecompliceerder. Zij heeft wel érg hoge normen. Mama lijdt onder haar
eigen conservatieve illusies van het perfecte huwelijk. Maar je moet het
haar nageven, in elk geval heeft ze wél een idee hoe dit moet eindigen.
Een totale ontmaskering door maskering.
Labels:
films uit de jaren '10,
Ruben Östlund
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten