maandag 27 juni 2016
Dragon Inn
'Geef
die lui een begrafenis, en mij een kopje thee.' Superstraffe Taiwanese
knok-en-gá-film. Onnavolgbaar ook. Maar dat hoort zo. Je weet niet wat
je meemaakt, maar je maakt wat mee. Het intro probeert nog wel enige
uitleg te geven. Het jaar is 14**, eunuchs en creepy facties regeren
China. De leider heet Mao Zhao Xang! Zou dat nou toeval zijn... De
blonde eunuch in een Zeeuwse blommetjesjurk blijkt uren later een
Verhoeven-schurk pur sang. Waanzinnige extravaganza. (Tussen de
gevechten door krijgt hij nog even wat doping toegediend.) Een
verzameling Western-loners probeert een verbannen familie tegen het
regime te beschermen. De meute trekt naar de outback, ergens aan de
woestijngrens met het Tatarenland. De meest opvallende 'goeie' is een
Lugosi-intense kerel. Hij kan díngen met chop sticks... Zo zit elk
gebbetje dat je je bij een Aziatische matfilm kan voorstellen hier wel in.
Lollig, maar vaak ook scherp. Er zijn wonderlijke en vooral plotselinge
momenten van magie. Een Tarantino power girl raakt gewond en, bam, één
snel shot later wordt ze in een Rembrandtesk licht sereen verzorgd. (Een
van de mannen houdt er een spiegeltje bij.) Ook de uiterst gevarieerde
soundtrack zorgt voor fraaie momenten. Schaduwen bereiden zich voor op
het laatste gevecht. En dat laatste gevecht is ráák. Koele zonnekleppen
trouwens.
Labels:
films uit de jaren '60,
King Hu
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten