donderdag 30 juni 2016

L'Enlevement de Michel Houellebecq

Houllebecq. Hij is een man voor de strips van Crumb – nee, erger nog – de kelders van Seidl. Met de lip vooruit als een Muppet, hannesend met talloze sigaretten, en met open mond voedsel vermalend, heeft Houllebecq veel weg van een bejaarde die al twintig hersenbloedingen heeft overleefd. Ik heb zelf nooit een boek van 'm gelezen, maar zo omschreven (en met zijn literaire provocaties in gedachten) lijkt het onmogelijk dat de vieze man iets sympathieks krijgt. En toch gebeurt dat hier. Het aanknopingspunt vormt zijn fragiliteit. In de allerbeste scene showt één van Houllebecq's ontvoerders hem zijn bodybuilderslijf. Man zonder lichaam bewondert alles wat hij zelf niet heeft. Een bizar soort tederheid. L'Enlevement maakt zo absurde fictie van een schimmige Houllebecq-episode. Ooit verdween de schrijver een paar dagen van de radar, 'terwijl hij nooit een afspraak met zijn agent miste'. Gezien zijn achtergrond van psychiatrische opnamen en depressiviteit zal hij wel bij het spoor hebben gestaan. De invulling van de film is dan een lieve wensdroom. Amateur gangsters gappen Michel! Waarna er niets (maar dan ook echt níets) meer gebeurt, en het hele stel een Franse praatfilm ensceneert. My dinner with Michel. Lullen als Tarantino-mennekes, minus het geweld. Van een derde akte komt het nooit. Da's wel een beetje jammer. Maar ook het punt allicht.

Geen opmerkingen: