zaterdag 11 juni 2016
Im Keller
De goedheid van de cavia wordt hier weer eens bewezen. Nieuwsgierig,
geïnteresseerd en onbevreesd gaat het beestje op de slang af. Met
voorspelbare gevolgen. Maar of deze volkomen losstaande scene als
metafoor iets zegt... Seidl heeft dezelfde kwaliteiten, maar is
hij een gutmensch? Hij lijkt me eerder een sarrer. Jammer eigenlijk, dat hij
niet met Bromet-stem de mensen doorzaagt. Seidl bezoekt hier
Oostenrijkse kelders. Reusachtige ruimtes, te bereiken via zo'n steile
'afrit'. Een goede plek om een ontvoerd meisje te bewaren, je incest
buiten het zicht van de buren te houden, of... om tuba voor de Fuhrer te
spelen! Pompompom. Tussendoor drink je spritzers. Na het opstaan gelijk
3 'om te kunnen spreken', dan in de ochtend 10, en nog eens 10 omdat
het toch zo lekker loopt. De nazi-kelder wordt zo haast verknipt
hartverwarmend. Ik kon de kerel in elk geval maar moeilijk haten. Een
tragkomisch personage uit een Roy Andersson-film. (En meteen grappiger
en pijnlijker dan Anderssons ganse vorige film...) Ook de opera-zanger met
patriottisch rechtse vriendjes had nog wat liefs. Halverwege de
film verandert de vibe echter. Van Man Bijt Hond gaan we naar Menno
Buch. De SM-kelder. Logisch, maar ook onwaarschijnlijk onsmakelijk. Van
spritzers naar abspritztheorietjes. En die dominatrix. Man, man, man.
What has been seen...
Labels:
films uit de jaren '10,
Ulrich Seidl
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten