maandag 6 juni 2016
Ich Seh, Ich Seh
Mam en de Martelmonsters.
Horror gaat de laatste tijd ineens vaak over kinderen, zo lijkt het. Na The Badabook
barst ook hier weer een moeder-kroost-strijd los. Misschien stellen de
twee partijen elkaar inmiddels gewoon altijd teleur. (En dan is de
wraakfantasie een logische uitkomst.) De setting is fijn. Oostenrijk.
Het land van Freud en Funny Games. Twee jongetjes wonen er samen met hun
moeder in een hermetisch gesloten villa. De luxaflex wordt optimaal
benut. Ook het modernistisch meubilair is creepy steriel. Badend in
dergelijke luxe wordt elke droppel bloed een grove schending van een
bestaan dat toch smetteloos had moeten zijn. Gewonde moeder (tevens
Tros-presentatrice) dwaalt met ingezwachteld hoofd rond. Met Seidl in
het achterhoofd is het moeilijk niet aan plastisch chirurgie te denken.
De jongetjes mogen niks, en beginnen almaar meer aan dit wezen te
twijfelen. (Hun Under the Skin-dromen doen de rest.) In de beste scene
speelt het gezin 'raad wie ik ben'. Mama komt er maar niet achter wat er
op het post-itje op haar voorhoofd staat. ('Mama.') Na een uurtje
spoken begint het gebrek aan ontwikkeling zich te wreken. Het wachten is op de twist. Mijn eerste hunch bleek
correct, wat het einde flauwtjes maakt. Betere muziek had geholpen. De
jongetjes roepen: 'wo ist die Mama?', ik zeg wo ist die Boards of
Canada-soundtrack!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten