donderdag 2 juni 2016

Citizenfour

'My personal desire is that you paint the target directly on my back.' Edward Snowden is een dapper mens. Hij peinst zelf dat hij geen schrijver is, maar hij heeft toch zeker 'the gift of gab', daar in dat hotelkamertje. Snowden weet wat hij doet, hij weet waarom, en hij ontkent zelfs niet dat zijn daden hem een geluksgevoel geven. Wat zijn onthullingen zo pijnlijk maakt is niet zozeer het feit we allemaal afgeluisterd worden, maar dat het niemand dat eigenlijk nog iets kan schelen. Iedereen kijkt vol verontwaardiging naar Das Leben der Anderen, terwijl we zelf in de hi-tech variant ervan leven. En dan die Rumsfeldiaanse taalsmoesjes van de hoge piefen van de NSA. 'Not wittingly'. 'Metadata'. 'Ik doe het wel, maar ik doe het niet'-rookgordijntjes. Snowden houdt aanvankelijk zijn cool, maar als het fire alarm begint af te gaan, wordt de man met de dag bleker, magerder en pukkeliger. Citizenfour is niet alleen een sterke docu omdát de betrokkenen hun 'vrijheid' riskeren, maar vooral ook omdat ze zich desondanks nauwelijks op de borst roffelen. De boel wordt nergens een bewust thrillerig 'we zijn nu op weg naar de bron'-egodocument. Daardoor blijft er ademruimte. Een rechter die een zaak 'via video' leidt. (Het heeft een heerlijke ironie). En wat te denken van ál die hippe brillen? A clear sign of intelligence. Of a clear sign of the intelligence community?

Geen opmerkingen: