zaterdag 4 juni 2011
Where The Wild Things Are
Meer interessant dan goed. Ik had niet alleen het prentenboek van Sendak al gelezen, maar ook Eggers bewerking van zijn scenario tot een roman. In dat laatste geval kreeg ik een beetje het gevoel van te weinig boter over teveel brood uitgesmeerd, maar grappig genoeg heeft de film in het begin juist wat teveel haast. Binnen een minuutje of tien (misschien wel minder) zit Max bij de Maximonsters. Van mij had de gezinssituatie thuis, met vervelende zus en oenige nieuwe vriend (Ruffalo) van ma (Keener), nog wel wat uitgebreider mogen worden geschetst. De wereld van de Maximonsters is namelijk behoorlijk gruwelijk. Qua gevoel asgrauw! (En dat had ik uit het boek toch niet opgepikt.) Dat werkt toch bevreemdend op de kijker, Spike Jonze mag dan overal hebben gezegd dat dit geen kinderfilm is, maar ja, de monsters zijn wel een soort grote Jim Henson-poppen. Het zootje ongeregeld symboliseert een hele hoop ellende, ik spotte faalangst, bindingsangst, chronische depressiviteit en het opperhoofd van het stelletje Carol (James Gandolfini) is een manisch figuur. Met dat soort figuren is nauwelijks land te bezeilen (al kwam Max dan aan met zo'n bootje) en wat ie ook verzint het lukt hem ook niet. En dat duurt maar en dat duurt maar, met nauwelijks een sprankje licht of lol. De soundtrack van Karen O is ondertussen wel vermakelijk, totaal a-filmisch, oerwoud-wild. Aan het einde wordt die nog snel even ingeruild voor een melancholisch strijkje, en verrek, ik raakte toch wat aangedaan. Misschien dat die lange aanloop dan toch noodzakelijk was... (Ik ben er nog niet helemaal uit.)
Labels:
films uit de jaren '00,
Spike Jonze
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten