vrijdag 1 juni 2012

Armadillo

Daar gaat ie weer. Bij deze licht tegenvallende documentaire moest ik mezelf er steeds aan herinneren dat het toch echt gewaagd was van regisseur Janus Metz om met de Deense jongens in Afghanistan mee op missie te gaan. Ook buiten de compounds dus hè, en dat is een bermbommenbak. (En extra gevaarlijk omdat Metz in eerste instantie toch aan het maken van een film denkt.) Het spijtige is dat de geschoten beelden daarna fors in de bewerking zijn gegaan. Dat zie je al aan de eerste scènes in Denemarken, die in een omineus blauw neplicht baden. Al dat gefilmfotoshop verknalt veel. Eenzelfde kritiekpunt geldt de overdreven aanwezige muziek, die haast een Trainspotting-sfeertje oproept. Diepe kickdrums als een soort hartslagen, dat soort dingen. Ik zie wat Metz wil (de kijker op alle mogelijke manieren de spanning mee te laten voelen) maar het heeft een wat averechts effect. De docu gaat op een standaard speelfilm lijken. Slechts een paar scènes profiteren van deze trukendoos; juist wat huiselijkere scènes, op de basis op een motorfietsje in het avondlicht rondkarren, of in een riviertje duiken. Dit gezegd hebbende levert Armadillo genoeg stof tot nadenken. De Denen executeren na een vuurgevecht enthousiast wat (zwaar)gewonde Taliban, en geef ze na het zien van de beelden eens ongelijk. Maar back home levert dat wel vragen op. Moet een geciviliseerd land wel oorlog willen voeren? Moet je je er niet te goed voor voelen? Ik werd prompt chagrijnig dat mijn partijtje Groen Links geen pacifistische lijn volgt in dezen. Tuurlijk, dat is een luxe, maar áls je dat jezelf kan veroorloven. Minder verrassend, maar wel pijnlijk, blijft het gebrek aan hersens in zo'n bataljon. Sommige van die gasten lijken nipt aan het syndroom van Down ontsnapt. Bezigheden op het kamp: porno kijken, en alle mogelijke soorten gezichtsbeharing uitproberen. De jongens krijgen in Afghanistan de krachtigste high van hun leven toegediend (doodsangst!) en willen thuis eigenlijk alleen maar terug. Oef.

Geen opmerkingen: