zaterdag 8 juni 2013

A Simple Life

Eenvoudige en mooie meditatie op sterven, en je plaats kennen. En beide zaken ook accepteren. Uit Azië, dus dan weet je dat het wel goed zit met dit soort Zen-onderwerpen. Een vrouw werkt al decennialang in dezelfde rijke familie. Buiten de familie bestaat de maid niet. In de mooie openingsscène zien we hoe ze helemaal senang is in haar eenvoudige taakjes. Eten koken kan ze als de beste. Van de familie is nog precies één iemand over (de rest is over de wereld uitgezwermd). Deze man is het raadsel van de film. Hij is filmproducer (hij komt overal bekenden tegen) maar lijkt tegelijkertijd totaal vereenzaamd. Bovendien wordt hij steeds aangezien voor een 'working class' figuur. Hij gaat er zelf maar grappen over maken, maar dat doet pijn natuurlijk. In het eerste uur houden deze twee hoofdpersonages elkaar perfect in evenwicht. Hoewel ze niet veel delen, hebben ze verder ook niemand om iets méé te delen, dus dan maar met elkaar. Veel gesproken wordt er niet. De 'maid' krijgt een hersenbloeding, en laat zichzelf naar een bejaardenhuis verslepen. Het bejaardenhuis verschilt in niets van die in het Westen. Het voorportaal van de dood waar het naar luiers ruikt. In het tweede uur zet de aftakeling helemaal goed in. En dat is jammer, er gebeurt wel erg veel. De man wordt steeds meer een figuur uit Tot Altijd. Hij heeft geen leven buiten zijn 'werkster'. En hij kan ook niets meer voor haar doen. Gelukkig zijn er nét genoeg mooie scenes die het gevoel van het eerste uur weer doen oplaaien. Oude foto's bekijken. (Werkt beter dan een flashback.) En een bezoekje aan een filmpremière.

Geen opmerkingen: