donderdag 6 juni 2013
This Must Be the Place
Dit
heeft wat weg van een late Wenders. (En ik zei láte hè.) Een collectie
halfbakken ideetjes, sommige leuk, andere minder, afgewisseld met een
prima muziekkeuze. Met als tijdvullend intermezzo dan nog een soort van reclamespotje voor
David Byrne (die de soundtrack verzorgde, en bij wie ze de titel gingen lenen). Ik heb wel het gevoel dat de
film een goed hart heeft, maar er klópt verder zo weinig. Sean Penn
speelt de hoofdrol als rockster (van voorheen en ver heen). Hij heeft het
uiterlijk van die knakker van The Cure en het spreektempo van Ozzy. De
man zit in zijn Ierse mansion een beetje te niksen. 'I think I am a tad
bit depressed' zegt hij na het beffen tegen zijn vrouw Frances
McDormand. 'I think you're confusing depression with boredom'. Thuis
lijkt niettemin genoeg absurds aan de hand. Er is iets met een verloren
zoon, en Frances blust brandjes. Horen we al snel niks meer over, want
Penn vertrekt naar WendersWonderland the USA. Dan volgt zonder twijfel
de bizarste plotwending van het jaar. Nazi's! Ik kan het nú nog niet
geloven. Moet élke film dan over holocaust gaan!? Niettemin is de rest
van de film toch gewoon your typical roadmovie, tegeltjes in flarden,
en een paar leuke barspelletjes. Regisseur Sorrentino (fuck, die is van
Il Divo, ai ai ai) lijkt werkelijk elke ingeving maar meteen te hebben
gebruikt. Op driekwart: 'shit er is nog helemaal geen knappe vrouw
langsgekomen'. En hop. Daar zijn een stel benen. Weer even later komt
ook de entree van Harry Dean Stanton als geroepen. Exactly his kind of
batshit movie. Zijn rol? Totaal overbodig.
Labels:
films uit de jaren '10,
Paolo Sorrentino
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten