vrijdag 14 juni 2013
Ruby Sparks
Kijk,
als er een film zou uitkomen waarin Zoe Kazan negentig minuten lang een boek léést
zou ik nog gebiologeerd kijken. Als ze dus zelf een film schrijft, en
er een personage in speelt (letterlijk/figuurlijk) ben ik tevreden, ondanks alle gebreken... Ruby Sparks is een soort
romcom-versie van Stranger than Fiction. De film heeft een immer geinig
modernistisch uitgangspunt - schrijver creëert personage, waarna het karakter zijn
leven binnenstapt - maar doet daar vervolgens verdomd weinig
existentieels mee. Lange tijd is dit meer een intellectuele versie van
de ultieme nerd-fantasie: programmeer een blondje, en bam, daar is
ze. En ze doet álles wat je wil. Dat merkt Paul Dano hier ook, als
hipster wonderkind-schrijver, die aan het '2nd album syndrome' lijdt.
Zijn psy geeft 'm een schrijf-opdracht, en van het een komt het ander.
Daar is Zoe. Het ultieme flat character. Gelukkig wanneer je wil,
aanhankelijk wanneer dat moet. Ze kán je simpelweg niet verlaten. Toch
duurt het verdomde lang tot de Pinokkio-crisis wordt uitgespeeld. Het
personage moet zich op een gegeven moment toch haar unieke status
realiseren, en de wens uitspreken om écht te worden. Dat éne momentje is
hier wel mooi, maar het is te weinig. De 'oplossing' is inspiratieloos,
om nog maar te zwijgen over het tergend zoetsappige einde. Waar is het
cynisme? Zo komt de 'créateur' er wel erg makkelijk vanaf. Met de acting
class van Zoe (stuiterend door emoties) is natuurlijk verder niets mis.
Vond ook Steve Coogan, die bewonderend toekijkt...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten