zondag 30 juni 2013
Weekend
Een van
de allerbeste gayfilms, éver. Provocatief, filosofisch, en intiem. Alles klopt... Om met het laatste te beginnen, er zit een zoenscene in die
zo aandoenlijk is, dat het gewoon jammer is dat de film naar een –
overigens prachtig – shot van buiten het flatgebouw switcht. En dat zegt
iemand die zich vrijdag nog ergerde aan een stelletje dat het
hele concert naast 'm stond te zoenen. Doe dat thuis. Weekend laat met haar twee hoofdpersonages eigenlijk de twee manieren zien die er in de
hetero-maatschappij bestaan om met 'homo zijn' te dealan. Of je wordt er
verlegen van, je loopt er niet mee te koop, je voelt schaamte.
Dit geldt voor de Mateja Kezman-achtige jongen in wiens appartement
zich het grootste deel van het verhaal afspeelt. Hij pikt een jongen op
uit de kroeg, die er heel anders 'in zit'. Altijd klaar voor discussie,
het opnemend tegen brallers die opmerkingen nodig vinden, maar
tegelijkertijd is deze gozer wellicht wat té kwaaiig op de maatschappij. De twee
jongens vinden elkaar in hun eigen variant van 'Brief Encounter' (Een
goed essayist zou de twee films maar eens aan een vergelijkend onderzoek
moeten onderwerpen.) En heel veel meer moet hier niet over gezegd
worden. Twee mensen die zich openstellen voor elkaar, van hilarische
puber-anekdotes ('the shuddering cock of Rupert Graves') tot pijnlijke
momenten, wanneer hun paden al een keer eerder blijken te zijn gekruist, in
het kleine homowereldje van Nottingham.
Labels:
Andrew Haigh,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten