donderdag 6 juni 2013
The Descendants
Is Alexander Payne eigenlijk wel
zo goed? Is zijn oeuvre niet gewoon degelijk? Tuurlijk, echtere mensen
dan, eh, normaal in Hollywood. Maar verder. Lekkere roadmovies waarin
mensen zichzelf zoeken, en meestal ook wel gewoon vinden. Op zijn minst
dan toch vrede vinden in en met hun fouten. The Descendants is dat
allemaal weer, zonder te verrassen. Het is bijna Little Miss Sunshine
voor volwassenen. (En die vond ik beter.) George Clooney speelt een
lekker dorky mislukte vader en echtgenoot, die nu zijn vrouw in coma
ligt zijn twee tienerdochters onder de hoede krijgt. Dat is hij helemaal
niet gewend. Helaas is er voor scenes rond het scheppen van blaadjes uit
de pool echt leuk worden een hoop afleiding. Een zakendeal, een
overspel-onthulling, én het slacker-vriendje van zijn oudste dochter.
Die laatste is naast lollig (“I always got weed”) ook een drempel in
het verhaal; het verhindert dat de film werkelijk over vader en dochters
gaat. (Somewhere-achtige pijnlijkheden gaat Payne ook uit de weg.) Een
en ander speelt zich overigens af op de verschillende eilanden van Hawaï, wat prachtige plaatjes, maffe blousejes en verschrikkelijke
muziek oplevert. Te vaak worden cruciale scenes overstemd door
gitaargepingel, bijna tot op het punt dat Payne het allemaal ironisch
moet hebben bedoeld. Het overspel-gedeelte bewijst uiteindelijk toch
zijn waarde, daarin is de film gelukkig wél scherp en spannend, en
volgen een paar mooie confronterende scenes. Het laatste kwartier redt
Payne. Eindelijk raakt hij twee goeie snaren tegelijk op zijn ukelele.
Emotie én een vleugje American Beauty-cynisme.
Labels:
Alexander Payne,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten