donderdag 20 juni 2013
Amour
Naast jeugd zijn ook ouderdom en
aftakeling goed vertegenwoordigd dit filmjaar. Haneke hield zijn vinger
als gebruikelijk aan de pols van de tijd, in vergrijzend Europa, maar
Amour is voor zijn doen behoorlijk... gewoontjes. Als je een film van
Haneke níet de dag én avond erna door je hoofd spookt is er toch iets
aan de hand. Komt het doordat dit thema bijvoorbeeld ook al door Sarah
Polley werd behandeld in Away From Her, een film van vergelijkbaar
niveau. De Haneke-magie vinden we hier meer in 'oppervlakkigheden'
(zoals het licht door de vensters, de schilderijen-sequentie voelde je
aankomen) en te weinig in de onderlinge gesprekken. Misschien is
iedereen gewoon wat te lief, zelfs de wat egoistische dochter Huppert
ontploft uiteindelijk niet. Mooi detail is wel dat ze pas na anderhalf
uur film haar vader 'haar vader' noemt, dus een echt goede relatie
hebben ze nou ook weer niet. Pa is de klassiek (lees wat ouderwets)
acterende Jean-Louis Trintignant die zo oud is geworden dat hij bijna in
de Benjamin Britten-make-up lijkt te hebben gezeten. That's life en de
ironie van film. Zijn vrouw krijgt een hersenbloeding (het eerste moment
dat hij dat merkt is al vroeg de sterkste scene van de film) en die
dingen komen nooit alleen. Eigenlijk moet je vóór de tweede er een einde aan weten
te maken, lijkt de film te suggereren. Het tweede uur volgt de totale
aftakeling, afgesloten van de buitenwereld. (De ongemakkelijke laatste
ontmoetingen met de buitenwereld, in de vorm van de pianist zijn ook
wrang, en dat zit ook al in het eerste uur.) Aan het einde verwacht ik
dan dat Haneke de hamer bovenhaalt, maar het wordt eerder rommelig dan
schrijnend. De overeenkomst met Der Siebente Kontinent (familie sluit
zich op in kamer, 'wachtend' op de dood) is duidelijk. Het lijkt me
duidelijk welke film ik prefereer. (Ik voel me nu wel een cultuurbarbaar.)
Labels:
films uit de jaren '10,
Michael Haneke
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten