maandag 24 juni 2013
J. Edgar
Er
hoort toch een Clint Eastwood-film bij het filmjaar, dacht ik. Zeker nu
die raaskallende idioot ook nog even Romney's campaign een zoveelste
kras wist toe te brengen. Hulde! (En een hoop schadenfreude.)
Vanzelfsprekend komt ook J. Edgar er hier nog betrekkelijk goed vanaf. Aan
Hoover danken we de moderne opsporingsmethoden, zo te zien. Zal best,
maar ook de paranoia, het indelen van je eígen samenleving in 'goeden en
slechten', en gewroet in seksuele escapades. De Republikeinen zijn er
nog altijd meesters in... De film is zowaar niet verschrikkelijk slecht
overigens, Eastwood voelt zich als anachronisme (denk aan Changeling)
prima thuis in de thirties. Was de film daar maar de héle tijd gebleven,
om zo Hoovers begin van zijn carrière te schetsen, met de grimmige
Lindbergh-kidnapzaak (waar ik nog nooit van gehoord had). Dát had de
kiem van alles kunnen laten zien. Hoovers gekte, homoseksualiteit,
relatie met zijn moeder en torenhoge ambities om de FBI uit de grond te
stampen. Nu switcht de film onnavolgbaar rommelig heen en weer richting onder meer de sixties, waar Hoover en zijn 'vriendje' er met een hoop
schmink als wassen beelden bij lopen. Het is knap gedaan, maar het
wordt toch nooit echt. En dat is dan alleen de buitenkant. Al dat
tijdreizen zorgt, behalve voor een lief einde, enkel voor verwarring.
Moeder Judi Dench was toch dood, o nee, daar is ze weer voor een
homofobe rant. Et cetera.
Labels:
Clint Eastwood,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten