maandag 20 juli 2015

Killer of Sheep

'The only thing that looks good dying is a rose.' Het andere Los Angeles. Geen eeuwig jonge glamourlui die hun sterven nog op hun sterfbed ontkennen, maar de arme sappelaars. Weggestopt in wijkjes die je nóóit in Amerikaanse films ziet. In de jaren '70 was er een kortstondige 'black wave', die deze vergeten plaatsen deed spreken met de stemmen van Paul Robeson en Dinah Washington. Soothing that pain away. Killer of Sheep is echter méér dan alleen een fantastische soundtrack. Dat zou te gemakkelijk zijn. Het is juist een film die volslagen a-typisch is. Alledaags zwart. Geen komedie, geen geweld, maar gewone mensen met gewone baantjes. Ik moest denk aan een Pitchfork-relletje, waar een recensent beweerde dat fabrieksbaantjes van die plekken zijn 'waar mensen zomaar belanden, om de dagen te vullen'. Privilege in één alineaatje bewezen. Voor straf mag ie Killer of Sheep kijken, waar de hoofdrolspeler dus schapen doodt 'for a living'. Een dermate geestdodend werkje dat ie er thuis maar mee doorgaat. In bed. Slapeloos. Dan maar dominoën met een maat. Op straat spelen de kids oorlogje, en zoeken dubbelspelers andere oplossingen. Ergens in dat niemandsland tussen hoop en hopeloos. En toch, zelfs wanneer een uitstapje naar het platteland mislukt, is er nog zoiets als samen zijn. 'We'll have to drive back on the rim.'

Geen opmerkingen: