zondag 26 juli 2015

Mommy

Sterke oudere vrouwen en knappe jonge gays. Dolan kijkt er graag naar. Zijn 'gaze' blijft aanstekelijk. Ook omdat 'dat slag' – hoe gewoon ook – zelden zo op de voorgrond worden geplaatst zoals Dolan het doet. Haast schaamteloos, al klinkt dat te negatief. Onbescheiden dan, en zonder excuses. Hop, die achtbaan van emoties in. Ditmaal is de moeder een trash typetje op turbosnelheid. Repperdeklep-Quebecois. Zoonlief heeft zijn ADHD dus niet van een vreemde. Bij hem broeit het gevaar, de uitbarstingen. Tough love. Een moedermoordje hangt in de lucht. Er is een twééde moeder nodig om de zaak enigszins te stabiliseren. Fragiele Suzanne Clément was eerder fantastisch in Laurence Anyways, eenzelfde Sirkiaanse grandeur-film. De mama van de overkant zit met een lastige stotter thuis, en heeft blijkbaar tijd zich met een zootje ongeregeld te bemoeien. De uitwerking van haar personage is de zwakke plek van de film; haar man komt er lachwekkend bekaaid van af. Is ze misschien lesbisch? Dolan houdt zich op dat vlak zowaar in. Intens wordt de film natuurlijk toch wel. Moeder en zoon vonken, van supermarkt tot karaokebar. Ik vond zélfs het Counting Crows-liedje prachtig. En dan het beeldgrapje dat je weet dat gaat komen! Wel jammer dat Dolan het einde uitsmeert. De twist als simpel slotbeeld was huiveringwekkend genoeg geweest.

Geen opmerkingen: