Chang-dong Lee heeft interessante films op
zijn naam staan, maar komt ditmaal voorspelbaar uit de hoek. Zelfs de
cirkel die gemaakt wordt (een einde vanaf een brug) is eigenlijk
hetzelfde als in het spannendere en betere Peppermint Candy. (Eveneens van
zijn hand.) Niettemin is Poetry wel weer schrijnend, keihard en bij
vlagen hilarisch, precies de combinaties die we van de Koreanen kennen.
Al is Lee, ik heb het vaker gezegd, absoluut de Von Trier van dienst,
met vrouwen die lijden, lijden en lijden. (Vermengd met een vleugje christelijke
symboliek.) Ditmaal is de hoofdrol voor een oudere dame, bij vlagen een
irritant simpel mens, maar dat komt wellicht ook doordat ze aan
Alzheimer lijdt... Dat 'probleempje' raakt echter volkomen
ondergesneeuwd in een drama over schuld en boete. Net als in de Filipijnen (denk aan Brillante Mendoza's Lola) worden in Korea
rechtszaken liefst onderling (lees met geld) opgelost, geld dat de vrouw niet heeft, waardoor haar kleinzoon dus in de penarie zit.
(Al lijkt de botte puber dat niet door te hebben.) Dat doen de
vaders wel; een groepje sukkelaars, die tegelijkertijd gewiekst op de
centjes letten. Moeizame ontmoetingen met de andere (benadeelde) partij volgen,
en tussendoor hilariteit in de vorm van een poëzie-queeste. De vrouw
wil dolgraag een gedicht schrijven, volgt lessen, en bezoekt 'open
mic'-avondjes, die heel herkenbaar aanvoelen, met de clown van het
gezelschap, een man die de gelegenheid benut voor het maken van foute
grappen. Af en toe is er ruimte voor kleine huiselijkheid, zoals badmintonnen
in het avondlicht, tot twee keer toe, twee keer magisch. Maar dan is
het, typisch Lee, alweer tijd voor een ongemakkelijke gunst aan een
zwaargehandicapte man. Het is ditmaal echt teveel van het goeie, in een
film die trouwens toch al te lang duurt.
zaterdag 2 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten