dinsdag 4 juni 2013
Oslo, 31. August
Het
leven van een verslaafde bestaat op een gegeven moment enkel nog uit
zwarte gaten. Eerst is daar het gat waar de drugs 'm inzuigen, en wie er vanaf wil raken moet als het ware zélf die nieuwe vertrouwde bodem onder het leven wegslaan. En voel je daarna eindelijk weer vaste grond onder de voeten dan zijn
er continu mensen die opnieuw het deksel lichten: 'knap dat je bent
afgekickt, now get out of my life!'... Het zit stuk voor stuk in deze
uitstekende Noorse update van Le Feu Follet. Gebaseerd op dezelfde
roman, al weet ik niet of de rechten kopen nu echt noodzakelijk was. De
film ademt in alles 'nu'. Belangrijker: is net zo goed als de
klassieker van Malle! Een man (Anders Danielsen Lie) wordt losgelaten
uit de kliniek, om zijn eerste poging als herboren mens te wagen. Erg
senang voelt hij zich echter niet, zo is al te zien in de woordloze
opening, die later echoot in het pijnlijke einde. Tussen die 'bookends'
ontmoet de man vrienden en kennissen. Het zijn er niet eens zoveel, maar
die handvol lange scenes zijn bijna allemaal erg sterk, en nemen (haast
sluipenderwijs) in intensiteit toe. De universitaire vriend die Proust
quote doet motivatie-pogingen, en lijkt er tegen beter weten in
nog in te geloven. Maar vooral de vrouwen. Poeh. De ex-verslaafde hangt
als het ware met zijn nagels tegen een steile wand aan, krabbelend naar
houvast, naar liefde. Maar zijn zus stuurt doodleuk een 'vervangster'.
Zonder twijfel een van dé scenes van het filmjaar. Zo pijnlijk, én
begrijpelijk, want het gaat hier niet om medelijden. Diep mededogen, dat
wel. Ondertussen klinkt La Ritournelle van Tellier (werkt altijd) en
zien we ook weer zo'n typische 'het einde is nabij' club-scene, waar
Daft Punk uit de speakers knalt. Nog een keer 'ophooken',
letterlijk/figuurlijk, terwijl de dag aanbreekt. De brandspuit smeult het laatste restje levensvuur.
Labels:
films uit de jaren '10,
Joachim Trier
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten