zondag 8 juni 2014

Boven Is het Stil

De meest Roemeense film uit Nederland ooit? In elk geval is het eerste half uur van een zeldzaam kalme, lege schoonheid. Realisme was hét kenmerk van de Nederlandse (gouden) schildereeuw, dus waarom zou dat ook niet voor het cinema-doek kunnen gaan gelden?Van de zon op een maisveld naar een bedompte boerderij. Alles in natuurlijk licht. Behalve op de slaapkamer. ('Licht aan? Licht aan.') Ongeïdealiseerd. Jeroen Willems – inmiddels dood, wat een pechvogel – speelt eindelijk de grote rol die hij allang had moeten krijgen. Geblokt, broeierig, onderdrukte emoties, een scheve glimlach. Hij sleept met zijn oude pa door het huis. Ik ruik bijna de vliering van mijn dorps-oma. Spullen die jaren niet verplaatst zijn, worden buiten gegooid nu pa 'op' is. ('Gewoon oud'.) De boerderij stelt weinig voor, maar in zijn eentje kan Willems het toch niet af. De buurvrouw biedt aan te helpen. (Nederlanders houden van koeien en buurvrouwen, en de melkman...) Het regent. Het sneeuwt. En er komt een nieuwe knecht. In de beste scene – even daarvoor – heeft Willems zijn eigen lijf staan monsteren. Voor mijn gevoel worden daar even twintig pagina's van Bakkers boek in één intiem momentje gevangen. Knap gedaan van Nanouk Leopold, je vraagt je af wat ze zou kunnen met Knielen op een Bed Violen. Maar eigenlijk hoeft dat al niet meer. Meest Roemeens? Neen, de wolken van Wolkers. Thuis.

Geen opmerkingen: