woensdag 25 juni 2014
Indie Game: The Movie
'If you don't see a
vulnerability in somebody, you're probably not relating to them on a
very personal level.' Prachtquote van een van de
computerspelletjesprogrammeurs uit deze docu. Jonathan Blow heeft 'het'
al gemaakt, maar is het type controlfreak dat eigenlijk ook zijn eigen
succes wil regisseren. Hoe, wanneer, en waarom. Heeft ie met zijn
centjes nou zijn voorhoofd laten botoxen? Intens mannetje. De drie andere,
meer aimabele game designers zijn nog een paar stappen verwijderd van de
centjes. Op zichzelf zijn de taferelen bekend van alle artiesten uit alle
tijden. Paniekaanvallen, woede, en nachtenlang doorwerken. Ze praten ook
allemaal in het gangbare 'ik ben een auteur'-kader. Die indiegames
hebben door de retro-feel een dubbele betekenislaag. Ze gaan ook nog
óver computerspelletjes spelen. Dat maakt ze als vanzelf persoonlijker
en liefdevoller dan het 'grote werk'. Wat gaming van andere kunstvormen
onderscheidt is (natuurlijk) de interactiviteit. Dat maakt iedere
speelbeurt een soort concert 2.0. De artiest zet wel de parameters uit,
maar hij moet zijn 'klant' een 'gitaar' in handen geven, en dan maar
hopen dat het goed gaat. Het testen van een eerste speelbare demo op een
beurs, illustreert fraai de zenuwslopendheid van dit gegeven.
Labels:
films uit de jaren '10,
James Swirsky,
Lisanne Pajot
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten