zondag 8 juni 2014
Lincoln
Het heeft toch wat van een opgelepeld
geschiedenislesje. Natuurlijk moest Spielberg ooit het leven van de
grootste Amerikaan verfilmen, maar om nou te zeggen dat hij er heel
enthousiast van raakt. Zelfs Daniel Day-Lewis maakt geen verpletterende
indruk. Van opzij 'klopt' hij nog wel, maar elders wekt hij de indruk
van een depressieve Robbie Williams, met een opplak-baard. Tegen het eind
van de film zegt iemand tegen Abe 'dat ie de afgelopen maanden tien jaar
ouder is geworden', maar juist die fragiliteit, het naderende einde, de
gelopen koers, ik zie het niet. (Misschien te zeer beïnvloed door een
roman van Doctorow die dat wél fraai aanstipte.) Spielberg probeert in
Lincoln een tv-serie in dik twee uur samen te vatten. Alles zit erin.
Een beetje oorlog, onderhandelingen met de Zuiderlingen, conflicten met
vrouw en zoon, politiek gekonkel. Zelfs de moord ontbreekt uiteindelijk
niet. Had Spielberg maar voluit gekozen voor het politieke gekonkel,
want daar is de film op zijn sprankelendst. Louche mannen die
Democratische stemmen gaan fixen, als lobbyisten avant la lettre. Ook de
debatten in het House of Whatever zijn smakelijk, vol geinige
beledigingen ('you, unnatural noise!'). De taal is eloquent en
smakelijk. En Thaddeus Stevens (Tommy Lee Jones) is de revolutionaire
held. Alsof Spielberg stiekem liever een film over hém had gemaakt.
Labels:
films uit de jaren '10,
Steven Spielberg
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten