donderdag 26 juni 2014

The Butler

Lee Daniels kijkt niet op een celebrity meer of minder. Mariah Carey is 'r weer, en ook Lenny Kravitz draaft op, maar zelfs met de namen van hun personages erbij kan ik ze me niet voor de geest halen. Dat krijg je in een film die tachtig jaar bestrijkt. Van zwarte slaven naar een zwarte president in één leven: dat van een authentieke 'house nigger' in het, kuch, Witte Huis. De man (Forrest Whitaker) heeft zich als elke goede butler gespecialiseerd in 'wegcijferen' en doet dat ook thuis. Ik zie het potentiële drama, met een serviele zwarte die de witteman dient terwijl ondertussen de blackpower losbarst, maar door de ongelofelijk sentimentele clichés is het moeilijk meeleven met het gezin van de butler. Vrouwlief (Oprah Winfrey, celebrities he) raakt een beetje aan de drank en een beetje aan de minnaar, zonder dat daar echt tijd voor is. Een andere zoon wordt politiek actief (de scenes bij Malcolm X zijn hilarisch hipsterig) en de andere zoon moet het Vietnamese akkefietje uit die tijd op de meest voor de hand liggende (!) manier bestrijken. Ironisch gekregen krijgen zodoende vooral een handjevol witte acteurs de kans om lekker te schmieren, in een opeenvolgende reeks van presidenten. John Cusacks eerste twee regeltjes als Nixon zijn heerlijk, maar prompt lijkt iedereen zich te realiseren dat er al zóveel films over Nixon zijn gemaakt....

Geen opmerkingen: