dinsdag 24 juni 2014

Samsara

Koyaanisqatsi zette in één klap de definitieve film neer, in een 'genre' dat mét die film werd uitgevonden. Ron Fricke was de cinematographer (cruciaal dus!) en het is niet zo vreemd dat zijn eigen films in hetzelfde stijltje voortrazen. Het is maar goed dat ie er niet elk jaar één maakt, maar ruim twintig jaar na Baraka mocht het wel weer eens. Samsara bevat vele beelden die we al kennen, van generiek (fast forward auto's in een metropool) tot obscuur (Japanse Elvis-kuiven). Eén van Fricke's eigen interesses is de Derde Wereld. Droef kijkende halfnaakte negerinnen met kinderen, sloppenwijken, boeddhistische monniken. Die laatste zorgen voor het eerste fraaie moment als ze een delicaat zandmozaïek 'schilderen'. Fricke's film wordt beter als er gewaagdere thema's worden opgezocht (oorlog, dood, seks) en de gefilmde mensen niet enkel 'zijn', maar zelf ook creëren. Een man achter een bureau voert een Pan's Labyrinth-achtig gruwelijk ritueel uit. Even is de film geen mooie plaatjes-documentaire meer, maar een performance. Hetzelfde geldt voor de swingende gevangenen. Langzaam wordt de kijker zo toch weer in trance gewiegd. Een land als Myanmar heeft plots esthetisch nut. Hypnotiserende massale synchroniciteit. Zou Fricke niet eens een visum voor Noord Korea aan kunnen vragen?

Geen opmerkingen: