maandag 28 juli 2014

Bonjour Tristesse

Het wondertje Jean Seberg. Ik wist eigenlijk niet dat ze door Otto Preminger werd ontdekt. Ze maakten eerst een film over Jeanne d'Arq. Hoewel de kritieken niet mals waren, kan ik me Premingers idee goed voorstellen. Seberg is zowel eeuwig meisje als iconisch wijze. Totaal tijdloos ook. In Bonjour Tristesse (de tweede met Preminger) mag ze een meer alledaagse rol spelen, als het verwend nestje dat met papa (David Niven) een zomer aan de Riviera doorbrengt. De Riviera heeft de steriele warmte die we ook van To Catch a Thief kennen. Dieper blauw vind je niet, maar je wordt er zelf ook een beetje bleu en blue van. Niven is lekker decadent met Joseph Luns-kapseltje. Hij doet aan ochtendgymnastiek, en de avondgymnastiek bestaat uit een meisje dat zijn tweede dochter had kunnen zijn. Een groot deel van de film bestaat uit geparadeer in fraaie pakjes, gelummel op het strand, en het showen van exorbitante hoeden. (Jonge maîtresse Demongeot draagt een kwal-variant.) Maar tussen de lege gezelligheid door zien we in vettig zwart-wit een flash-forward die in letterlijk galmende voice-overs ellende voorspelt. In de Riviera verzuip je je ellende. Of je pakt 'de bocht' op een andere manier verkeerd aan. Erg groots (of groots geacteerd) is het verder allemaal niet. Jean Seberg deed me zelfs aan Nicole Kidman denken. Maar je blijft toch wel kijken. Zoals Truffaut zei: 'dit is Premingers liefdesgedicht aan Seberg.'

Geen opmerkingen: