vrijdag 25 juli 2014

Toni

Ik las Truffauts recensiebundel The Films in My Life. Samenvatting in één woord: Renoir. Truffaut krijgt het voor elkaar zijn grote held in werkelijk elke recensie te noemen. Dat wordt na een paar honderd pagina's toch een beetje irritant. Bij de genoteerde tips zaten dus onvermijdelijk wat onbekendere Renoir-films, en Toni is 'r een van. Door Truffaut omschreven als de uitvinding van het Italiaanse neorealisme ver voor de Italianen het zelf deden. Inderdaad voelt de film uit 1935 behoorlijk 'modern' aan. Weinig ouderwetse acteer-gebaartjes, gewoon een stel immigranten die rollebollen en volksliedjes zingen. Het plot is stiekem best film noir-waardig, maar doet daar tegelijkertijd heel achteloos over. Om Truffaut nogmaals te parafraseren: de personages sterven op dezelfde manier als ze wijn drinken. Katjes worden geaaid én verzopen. Toni komt in Frankrijk een wat onduidelijk baantje komt vervullen. De andere arbeiders mopperen dat 'die buitenlanders onze banen inpikken.' 'Maar je bent zelf vorig jaar uit Italië gekomen!'. Met de vrouwen beginnen de Carmen-achtige problemen. Toni's maitresse versiert 'm op ingenieuze wijze: ze laat zich steken door een wesp. (Toni geeft een 'zuigzoen'.) Het klopt allemaal precies in het promiscue sfeertje dat je ook in De Mijn van Zola vindt. Het kleine dorp, aperta.

Geen opmerkingen: