zaterdag 12 juli 2014

Thirst

Ik had toevallig net een Zola gelezen (Germinal/De Mijn, fantastisch.) en Thirst is een Koreaanse vampieren-versie van diens Therese Raquin. Goed, dat zegt dus weinig tot niets, al zijn sommige van de teksten literair te noemen. Het hoofdpersonage – een ascetische priester die in vampier verandert – bidt: 'Like a leper rotting in flesh, let all avoid me. Like a cripple without limbs, let me not move freely. Remove my cheeks, that tears may not roll down them.' Et cetera. Dat schietgebedje zit in het sterke eerste half uur, waarin de typisch Koreaanse balanceer-act weer een genot is om naar te kijken. Er worden minstens vijf filmregisters tegelijk bespeeld. De film is op dat moment stijlvol, zelfs weelderig decadent, en best grappig. Ik vind de Koreaanse taal trouwens uit zichzelf al heel ironisch klinken. De priester laat zich door een Afrikaanse dokter (voodoo!) besmetten met een virus, gaat eraan en staat weer op als ware hij Lazarus. Drunk on blood probeert hij zijn waardigheid te behouden, maar zijn eega moppert: 'doe niet zo humaan, we zijn geen mensen meer!' De gore neemt per lijk toe, en het verhaaltje stort zich gaandeweg at random op elk cliché. Van een Koreaanse film had ik wel een theorie over bloedlijnen verwacht... Chan-wook Park deed het later trouwens opnieuw, en wat subtieler, in Stoker.

Geen opmerkingen: