zondag 20 juli 2014

Wild Boys of the Road

Nooit was Hollywood zo links als in de jaren '30, althans, voordat Hayes met zijn beruchte 'codex' kwam. Wild Boys schrikt niet terug voor bruut geweld tegen Vadertje Staat. In een bijzonder verrassende scene komt de politie een vluchtelingenkamp opvegen. Het gezag wordt zonder waarschuwing op 'Palestijnse' wijze begroet. Een half uurtje filmtijd daarvoor is alles nog vredig bij de hoofdpersonages thuis in een smalltown. Ze kachelen met een oude bak ('Rolls Rough') langs feestjes, er wordt gezopen, op billen gemept, en op achterbanken gezoend. Maar dan raakt pa zijn baan kwijt. De auto wordt verkocht. 'Makes a fella feel kinda funny.' Wat rest is de weg. Steinbeckiaanse taferelen. Als vee richting het stoffige platteland, en later naar de grote stad. Onderweg komen de James Cagney-achtige mannetjes – de hele film schreeuwt om zijn entree – een toffe tomboy tegen. Ze lacht als een snuivend konijntje, en vecht als een tijger. (Regisseur Wellman smolt ook, en trouwde met 'r...) De tweede helft is na een indringende wending – tevens het moment dat ik me realiseerde dat ik 'm uit Scorsese's cinema-geschiedenis kende – wat sentimenteler. Natuurlijk moest de kijker door deze Depression tale niet volledig depressief de zaal verlaten. Ik zie goede mogelijkheden voor een remake. De tragische driehoeksverhouding ontbeert wat romantische sprankels, terwijl de film daar toch zo losjes over was begonnen.

Geen opmerkingen: