dinsdag 8 juli 2014
¡Vivan las Antipodas!
Elke
reden om mooie UNICEF-plaatjes te schieten is er eentje, zullen de
makers hebben gedacht. En ze ontvouwen in het intro het concept van de
'antipodas' met een quote van Lewis Carroll. Als je door een gat in de
aarde naar de andere kant zou vallen, waar zou je dan uitkomen? De
film volgt een paar van die lijnen. Van Argentinië naar China
bijvoorbeeld. In een spreekwoordelijk gat in Entre Rios staan de Perez
broertjes, de twee helden van de film. Als Statler en Waldorf
becommentariëren zij de weinige passerende auto's, de dierengeluiden, en
filosoferen over China. 'Het zijn er zovéél, ze moeten wel slim zijn.'
Heerlijke droogkloten. Het bekende Zuid-Amerikaanse machismo, maar met
zelfspot. 'Alle vrouwen bedienen me als een wasmachine, ze raken al mijn
knoppen aan...' Alle andere segmenten in dit Koyaanisqatsi-achtig mozaïek schieten daarbij tekort. Sterker nog, ze zijn een beetje
clichématig. China is razenddruk, Rusland is spiritueel armoedig. In
Afrika zijn er wilde beesten. Ook de wat bombastische muziek deed me
weinig. (Geen Philip Glass helaas.) De plaatjes zijn gelukkig
schilderachtig kleurig en vaak amusant poëtisch. Een Chinese pizza wordt
een droge aardkorst. Een omgekeerde strandwandelaar lijkt op een
paradijsvogel. De wereld op zijn kop zetten is een duizeligmakend trucje
dat nog werkt ook.
Labels:
films uit de jaren '10,
Victor Kossakovsky
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten