maandag 14 juli 2014

Cat People

De film schermt zelf met bijbelse quotes, maar het is natuurlijk een Freudiaans gebeuren. Katjes die je niet zonder handschoenen aan kan pakken. Cat Woman meets Minoes. De vrije, eigengereide vrouw als (stoei)poes beangstigt én betovert de man. (We zullen een etymologische uiteenzetting over het woord verder achterwege laten.) Kent Smith komt een exotische dame (Simone Simon) in de dierentuin tegen. Ze staat een panter te schetsen. Even later zitten de twee aan de thee, en Kent voelt zich het mannetje. 'Boys who come for tea can't expect to stay to dinner!' In de erg economisch vertelde film is de trouwerij echter zo gepiept. We krijgen niet eens uitgebreid exposé over het 'kattenverhaal', waaraan de personages zelf wel refereren. Tourneur houdt het consequent bij suggestie en schaduwen. Een dierenwinkel die op stelten staat als 'het kattenvrouwtje' binnentrippelt bijvoorbeeld. De verwikkelingen worden intussen erotischer. Er wordt maar niet gezoend. En op het werk van Kent staat er een girl next door te smachten. Zij hóudt een kat. Dat is heel wat gezonder dan er een zijn. Ook de geconsulteerde psychiater is amusant. Angsten en frigiditeit, daar denkt de macho het zijne van, en hij zwaait met een uitschuifbare wandelstok. Koppig kijkt hij de erotiek en de dood in de ogen. Veel transcendenter komen ze niet.

Geen opmerkingen: