zondag 27 juli 2014

The Burmese Harp

Het is weer eens een ander perspectief. De Tweede Wereldoorlog door 'onschuldige' Japanse ogen. Het land in Birma is 'rood', meldt de intiteling, daarbij doelend op de Japanners die er vielen. Ach, op het micro-niveau van een enkele legereenheid valt de sentimentaliteit prima te begrijpen. Een kameraad is een kameraad. Dat opent de weg naar een bijzonder sentimentele en muzikale vertelling, die op een vreemde manier dus eigenlijk heel vredelievend is. De Japanse eenheid sjokt door Birma, in het defensief gedrongen door de even koloniale Britten. De mannen houden de moed erin door te zingen. De platoon-leider is de dirigent, een gewone soldaat de harpist. Om die laatste gaat het hier. Hij heeft het uiterlijk van een Birmees – merken zijn collega's op – en wat later bevangt 'm ook de boeddhistische vroomheid. De muzikant is het die het slachten, sterven en lijden niet langer meer aan kan zien, en aan een universele boetedoening begint. De rest van de compagnie (keer op keer als geheel getoond) kan het niet begrijpen. Wie wil er nu niet terug naar Japan? De film schakelt zo twee uur lang tussen solitaire verwerkingen en een aanstekelijk groepsgevoel. Twee manieren om te overleven, beide verleidelijk. Het slot brengt ze even letterlijk tegenover elkaar. Het prikkeldraad van een 'concentratiekamp' ertussen. Enkel melodieën kunnen daar nog overheen.

Geen opmerkingen: