dinsdag 3 juni 2014
Call Girl
Een trailer
van 134 minuten. Niet zozeer als aankondiging voor wat komen gaat (dit
is ondanks de gelijkenis geen trilogie zoals Mannen Die Vrouwen Haten) maar wel in het bruuske gevoel dat we van highlight naar highlight
flitsen. Zelfs in de laatste vijf minuten gebeurt nog zo veel. Het wordt
dan bijna hilarisch. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest, want Call
Girl is een kwaad pamflet. De schaduwzijde van de Zweedse seventies. Dat
wat we in A Swedish Love Story nog zonovergoten zagen – Mopeds, heel
veel sigaretten en 'vogelende' jeugd – is hier een pijnlijke affaire
geworden. Politici die minderjarige meisjes uit jeugdinstellingen bestellen.
Van die 'vrijzinnige' jeugdhuizen van doodgeknuffelde hippie-snit. Door
de film ondertussen te larderen met linkse manifestaties over
'gelijkheid' wordt de film zo al snel kattig rechts. Als
hoofdpersonages pogen we twee meisjes en een agent te volgen. De meisjes
gedragen zich als depressieve makke schapen, en wekken weinig
sympathie. De agent is een Johan Cruijff-mannetje op een Zodiac-missie.
De muziek hamert in de passages van de agent heel synthy op de duisternis van het
corrupte staatsapparaat, maar echt meeslepend wil zijn queeste maar niet
worden. Call Girl is zo'n film waarvan je na 45 minuten in een
willekeurige scene nog steeds niet helemaal door hebt wie we zien, en
waarom.
Labels:
films uit de jaren '10,
Mikael Marcimain
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten