donderdag 3 juli 2014

Tchoupitoulas

Dit is al de tweede docu-pendant die ik voor Beasts Of The Southern Wild vind. Net zoals Bombay Beach esthetiseert Tchoupitoulas de armoede een beetje. Slum kids in hempies die filosofische voice-overs mompelen. Maar als je daar overheen bent, barst Tchoupitoulas van de joie de vivre. Drie Afro-American jongetjes gaan aan de wandel, naar Tchoupitoulas Street, voor de Mardi Gras. En wat een feest is dat zeg! Carnaval is overal ter wereld hetzelfde (verkleedpartijen, bier, broeierige vibes) maar de muziek in New Orleans is gewoon een stuk beter. Letterlijk overal spelen muzikanten; jazzorkesten op de praalwagens, country-bandjes in de cafés en travestiete playbackers in de gaybars. De jongetjes kijken er allemaal met opengesperde ogen naar, in een nachtelijk parcours dat overigens gewoon door de filmmakers lijkt te zijn uitgezet. Iedereen probeert zijn graantje mee te pikken van het carnaval, dus er zijn tal van straatmuzikanten. Een jongen op accordeon doet een Beirut (nog een Bombay Beach gelijkenis) en een vrouw verkleed als goede fee legt het kleinste jongetje de dwarsfluit uit. Deze William is het hoofdpersonage, met zijn Michael Jackson-moves, diva-gezeur ('I want to go home I need my beauty sleep') en vele dromen. Zoals een goeie moderne Faulkner-film betaamt eindigen we – net als in Beasts – op een mysterieuze boot.

Geen opmerkingen: