Maakt succes cynisch? Een vervolg op
een Disney-film is een zekerheidje, maar een tweede deel van een
arthouse-komedie? Een sequel om de centjes is dit in elk geval niet
geworden. De toon is totaal anders. Het eerste deel excelleerde in
'sympathy for the devil'. De belastinginspectrice kon het prima
vinden met de manke sjoemelaar. Die laatste is hier helaas nergens
meer te bekennen, net zoals het privé-leven van de taxing woman
afwezig is. Dat maakt haar personage onbelangrijker en platter. In
een grote broek hobbelt ze chaplinesk achter schurken aan. Op haar
entree is het zodoende lang wachten. Het eerste half uur zit vol
yakuza's, die bezig zijn vastgoed 'vrij te maken'. Als de film later
alsnog in de kantoren der bureaucratie belandt worden we even
vrolijk. Er wordt een leip liedje gezongen (Tenten!) en de camera
swingt handheld mee op avontuur. Op inspectie bij een sekte maakt de
'rondleider' een sprongetje van een afstapje. De ambtenaren kopiëren
het gedrieën perfect synchroon. De Scientology-groep houdt
biodanza-seances, en bezit een alarm waar Merzbow trots op zou zijn.
Ook deze geintjes blijven echter intermezzi. Geweld en liefdeloze
seks domineren. Richting slot vallen de afgehakte ledematen alsnog op
hun plaats. Sterven op de trappen als Cagney en Caesar. Een
bevreemdend vervolg maken, da's eigenlijk gewoon erg Japans.
zondag 31 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten