zondag 3 augustus 2014
Le Testament d'Orphée
Deconstructing
Cocteau. Of, nog toepasselijker, Les Plages de Jean. Dit was Cocteau's
laatste film, dus een extra goede reden om zichzelf in het zonnetje te
zetten. We voegen 'acteur', 'schilder' en 'oudheidkundige' toe aan de
lijst skills. En het werkt zowaar behoorlijk Tarkovskyaans. De
verwijzingen naar zijn eerdere oeuvre zijn talrijk, maar ook zonder
voorkennis is de verwondering aangenaam. Ondanks alle classicistische
hocuspocus is Cocteau ten slotte ook een Meliesiaan. Een liefhebber van
kleine trucages. De hele film lang speelt hij met omgekeerde opnamen,
zodat hij een geknakte bloem weer in elkaar kan puzzelen. Jean the
healer. Transcendental meditation can emancipate the man. Af en toe
steek je er zelfs wat van op. De mythe van Orpheus (de grote Muzen-man)
is 'gewoon' een ode aan de fantasie. Zodra Orpheus omkijkt doorbreekt
hij eigenlijk bewust le quatrième mur. En is dat niet dé grote wens van
de kunstenaar? De fictie onbevreesd in de ogen kijken. Tussen het
planten van dit soort zaadjes door staat Cocteau hier terecht –
'beschuldigd van onschuldigheid' – en ook hij zal moeten gaan. 'Doet u
maar alsof u huilt lieve vrienden, want de poëten pretenderen slechts'.
Een rookwolkje ontsnapt ziel-ig aan Cocteau's mond. Dode vissenogen
staren ons aan. Als Lynch zijn einde voelt naderen moet ie deze maar eens
kijken en emuleren.
Labels:
films uit de jaren '60,
Jean Cocteau
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten