Van
alle Amerikaanse oorlogsfilms die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden
gemaakt moet dit wel de minst schijnheilige zijn. De sereniteit is
opvallend. Hollywood dat zich in weet te leven in een Duits
provinciestadje anno 1933, opmerkelijk toch. Het moment gevangen dat
Hitler kanselier wordt, en de machine gaat rollen. Zelfs voor het
enthousiasme dat de gewone man voelde ('Duitsland heeft een sterke man
nodig!') heeft het scenario enig begrip. Terecht, want die roep klonk
natuurlijk in die tijd overal, ook in Amerika had je ook allerlei
nazi-clubjes... Een 'non-Arische' professor – het woord jood valt zoals
gebruikelijk niet – heeft het er moeilijk mee. Zijn stiefzoons zijn
blonde jugend-leden, zijn aanstaande schoonzoon is zelfs een hoge pief.
De prof moet zichzelf (én de wetenschap) in de collegezaal tegenover
een klas bloeddorstig geüniformeerde studenten verdedigen. Een pijnlijk
beeld. De meer gebruikelijke melodramatische romance moet van James
Stewart komen, in een voor zijn doen anonieme rol. Hij gaat nogal
spichtig verscholen achter een oenig mutsje. Voor sterren heeft de film
geen tijd. De nacht is zwart. Het grimmige einde is van een haast
gelaten spiritualiteit. Schimmen in de sneeuw, verlaten huizen met de
last van het verleden. 'Right to the right.'
vrijdag 8 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten