Met
paard en wagen langs het neonverlichte restaurant Rington's rossen,
daar waar buzzers en bliepjes de clientèle begroeten. Typisch Tati.
En dat typisch kun je weglaten. Er is ten slotte maar één type van
deze Van Gaalse man. (Wacht...) Van Tati's drie grote films (noem het gerust een
trilogie) vormt Mon Oncle het middendeel. Ook dat is eigenlijk niet
moeilijk te raden. Na het warme Les Vacances is de alleman hier half
verdwenen achter de technologische snufjes. In Play Time zou die
verdwijntruc gecompleteerd worden. Iets teveel sequenties spelen ook nu al in een Huis van de Toekomst, al is het een werk
in aanbouw. 'Tout communique!'. De fonteinen moeten nog worden
aangezwengeld, en er wil nog wel eens een leidinkje springen. (Heel
even dacht ik dat er olie in de achtertuin zou worden
gevonden.) Waar Tati's hart ligt is al in de intiteling duidelijk. Op
stedelijke wegwijsborden staat het personeel dat aan de film
meewerkte vermeld. De titel verschijnt pas in een 'petit village',
met krijt op een muurtje gekalkt. Het accordeondeuntje neuriet
nostalgisch, en Hulot kuiert van de markt naar huis. Zijn appartementje zou later door Pluk van de Petteflet worden gehuurd.
Het is Tati's Madurodam-wereld vol visuele vondsten. Stop er een
franc in, en de boel begint synchroon en uiterst precieus te bewegen.
Het best te genieten in kleine doses.
zondag 31 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten