zondag 3 augustus 2014
Paris Nous Appartient
Als
die gestoorde Duitse woudloper die aan de Europese verkiezingen meedeed
tijdens zijn 'IQ-onderzoekingen' een obsessieve liefde voor de nouvelle vague had opgevat, was ie vast de
grootste fan van deze film geworden. (En had hij een vervolg gepend.)
Wat een quatsch... En nog saai ook. Rivette is de enige regisseur die mijn
ogen letterlijk dicht doet vallen. Vanzelfsprekend zijn de
filmbijbeltjes juist zeer te spreken over de film. Opvallend is dat ze
daarbij vooral ruim aandacht besteden aan het Metropolis-citaatje. Zo
kan ik het ook. Is het zo gek dat een paar van de krachtigste beelden
uit een klassieker indruk maken, als je ze omlijst met pretentieus
geblablabla. Een meevaller is dat Rivette het hier bij één raar meisje
houdt. Het kind komt een groot complot op het spoor, of beter, wordt
ertoe aangezet dat te denken. The powers that be bekommeren zich
blijkbaar om haar studentenvriendjes. Binnenshuis heeft het soms nog wat
Voskuijliaans, maar het wordt al snel mal en vervelend. Tot overmaat
van ramp oefent men tussendoor Pericles van Shakespeare. En stuk waarvan
de acteurs zelf toegeven dat het 'kant noch wal raakt'. Zo spiegelt
alles Alles, dus zichzelf. En dan kun je dus gaan beweren dat je naar de
'birth of cinema' kijkt, maar je kunt ook gewoon een tukje doen,
terwijl er een muis wordt gebaard.
Labels:
films uit de jaren '60,
Jacques Rivette
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten