zaterdag 9 augustus 2014
The Lives of a Bengal Lancer
'The little jackal
barks, but the caravan passes.' De Britten gingen de Sovjets en de
Amerikanen dus voor. In de tijden van het Grote Britse Rijk controleerden
ze niet alleen India, maar ook de omringende gebieden. Zo kan de
slechterik hier dus een Afghaan zijn, met de bekende drugslord-naam
Mohammed Khan. Hij citeert oude wijsheden en past aloude
marteltechnieken toe. Je kunt als 'old colonial' wel blaffen,
uiteindelijk zullen de dingen hetzelfde blijven. De Stille Kracht, zou
Couperus zeggen. Al in 1935 mopperde de New York Times over het
koloniale respect van de film, en het is inderdaad vreemd om iemand de
loftrompet te horen blazen over 'ons handjevol mannen dat hier 300
miljoen mensen de weg wijst.' (Dit was één van Hitler's favoriete
films!) Op een ander niveau is de film wél geslaagd. Vaders en zonen.
Een jong broekie wordt tegen de zin van pa de colonel naar 'the
frontier' gehaald. Zijn oudeheer raakt volslagen in de war. Dus is het
maar goed dat het Di Caprio-mannetje een stelletje surrogaat-ouders
krijgt: Gary Cooper – aandoenlijk anoniem – en Frenchet Tone. De twee
ginnegappers sluiten een film lang wedjes, en geven de film jus met hun
bromance. Zelfs in de gevangenis weten ze nog een kakkerlak-battle te
organiseren. Tegen die tijd is de sentimentaliteit wel ingeruild voor Prince
of Persia-actie.
Labels:
films uit de jaren '30,
Henry Hathaway
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten