zaterdag 23 augustus 2014

The Last Waltz

The Band. Ik had me er eigenlijk nog nooit in verdiept. Misschien net iets teveel de muziek van mijn ouders en hun tijd. Te generiek, in mijn gedachten dan... Scorsese's aandacht krijg je echter niet zomaar, en The Last Waltz is een stijlvolle concertfilm geworden. Amusant schaamteloos ook, een soort concert for Bangladesh, maar dan zonder charity. Gewoon ter ere van het lijden van... The Band. (Het rocksterren-leven zóu verschrikkelijk zijn, maar de meeste aanwezigen gingen nog jáááren door.) Blikvanger blijkt Robbie Robertson. De onbekendste superster. Sharply dressed, chique sjaal, goeie kop. (Ergens tussen Jagger en die Spaans-Japanse voetballer.) En soleren kan ie , al kijkt Joni bedenkelijk als hij weer eens begint. (Zij is meer van de teksten natuurlijk...) Met Mitchell is een van de vele beroemde 'vrinden' genoemd. Het leukst zijn de gasten die uit de toon vallen. Neil Diamond staat er wat onwennig bij. Robertson benadrukt aan het slot van het nummertje dan maar even hoe goed het is. Van Morrison brult vadsig als een slagerszoon, en glittert pijnlijk oogverblindend. De koning van dit gebeuren is (natuurlijk) de paradijsvogel met de mafste hoed: Bob Dylan. Hij heeft overwicht. Waar Robertson eerder door de sympathieke Levon Helm bij een slot-roffel wordt genegeerd, dwingt Dylan het einde kordaat af. Hij zet de punten.

Geen opmerkingen: