zaterdag 9 augustus 2014
Harry and Tonto
Met wat voor dier liep Umberto D ook alweer te sjouwen? Moet wel een hondje zijn
geweest. Harry's beste vriend is een kat, die hij overigens wel gewoon
aan een lijntje uitlaat. De rode Tonto lijkt een directe inspiratie voor
het beest uit Inside Llewyn Devis. Het kat-man-duo is New Yorks tot en
met. In de seventies een stad in verval. Poolse mannetjes op bankjes,
mopperend. Harry wordt zijn huis uitgezet, waarna het reizen kan
beginnen. Eigenlijk jammer, want hoe verder stadsmens Harry van huis
raakt, hoe anekdotischer het wordt. Een bejaarde op reis is vragen om
toestanden. ('My cat needs to go relieve himself!') In de suburbs is het
nog genieten geblazen. (Tonto blaast ook, hij houdt niet van nieuwe
omgevingen.) Harry zit bij een overijverige zoon met stel leipe
volwassen kids. Typisch Ashby-sfeertje. De uitlopers van het hippiedom.
Aandoenlijke kregeligheid. Harry heeft het snel gezien. In Chicago is
Ellen Burstyn in een flits indrukwekkend als de dochter. Helaas moet het
verhaal weer snel door. Harry wordt elk hoofdstukje minder mens, en
clichématige roadmovie-elementen als Las Vegas en het hoertje helpen
niet. De parallelle ontmoeting met een moderne medicijnman (handelaar in
vitamines) en een oude medicijnman is gelukkig wél hilarisch. De indiaan
bekijkt een hippe fruitblender: 'I think it's a demo model.'
Labels:
films uit de jaren '70,
Paul Mazursky
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten