vrijdag 1 augustus 2014
The Naked Dawn
Wat 'ze' ook nog eens moeten doen:
een Nederlandse western maken. Een 'watern'. Denk
zeventiende eeuw, lange landerige dagen op de trekvaart. Slagregens,
modderstromen, corrupte sluiseigenaars. Budget heb je er volgens mij ook
niet voor nodig. Ergens een leeg stukje land in Groningen vinden en je
bent klaar om te gaan. De taal van de western is sowieso universeel, of
America is a way of life geworden natuurlijk. In elk geval heeft de oude
Moraviër Ulmer in The Naked Dawn geen enkele moeite om een authentiek
gevoel op te roepen. Zo authentiek dat na een kwartier een auto als een
totale verrassing aan komt karren. Het was dus niet eens 1860... Een
paar kerels overvallen een trein, maar alleen de meest cynische van hen
overleeft. Treuren is hij allang verleerd. Ergens op het platteland komt
hij een indiaan tegen – met het uiterlijk van Sean en de manie van
Chris Penn – die met zijn verse vrouwtje een plattelandsidylle probeert
te creëren. De bandido steekt daar haast ongewild een stokje voor. Hij
lijkt aanvankelijk oprecht de naïveteit van de jonge indiaan te
bewonderen, en diens vrouw nog ietsje meer. Zij stort haar hart uit: 'I
didn't want to tell you all this, but some things tell themselves.' Na
het fraaie eerste kwart wordt de film minder teder en minder goed. De
bandido neemt de indiaan mee naar de geneugten en gevaren van de grote
stad. Grove lessen in grove tinten geschetst.
Labels:
Edgar G. Ulmer,
films uit de jaren '50
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten