Vreemd hoor. Ze hebben een
Gatsby-verfilming gemaakt, maar iemand heeft vergeten de ghettoblaster
met Q-music uit te zetten! Tuurlijk, het is een trademark van Baz
Luhrmann, maar waar de kwart eeuw oude muziek in Coppola's
Marie Antoinette nét dat retro-laagje verkreeg ontberen de hitjes van nu die
noodzakelijke afstand. Nog even en ze komen Doop aanzetten, hoopte ik
nog. Visueel is de film al even vermoeiend doldriest. Dit is een Gatsby
voor de Wachowski-generatie, met afzichtelijke CGI, anoniem acteerwerk
en weinig Jeunetiaanse knutselliefde. De overdaad aan alles komt eigenlijk
maar in één scene echt bijeen. De tea party. Gatsby heeft Carraway's
huis overstelpt met bloemen, en beide mannen turen naar een oude klok,
wachtend op Daisy. Alles is tiptop, iedereen is bloednerveus. Dán heeft
de film even de ironie van een Wes Anderson. God wat had ik die graag in
de regiestoel gezien. De achtbaanrit aan Jay-Z hits (Gatsby als de
great G, gewoon doen alsof je money hebt) neemt in de tweede helft wat
in vaart af, maar het is te laat om nog in de diepte van het boek te
duiken. De scenes onder de toeziende ogen van het reclamebord worden
niet eens beklemmend, terwijl daar toch het hart van het verhaal ligt.
De greppel waar de zonden worden gedolven die in de big A worden
gecasht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten